Laetare: "Verheugt u, Jeruzalem ! Komt tezamen..."


  WELKOM op onze website !

Voor actualiteiten: zie a.u.b. de pagina "NIEUWS"


De Schola en haar doelstelling

De "Interkerkelijke Schola Cantorum Dordrecht en Omstreken" is vanaf haar oprichting een oecumenische groepering, waarin evangelisch-luthersen, hervormden, gereformeerden, rooms-katholieken, oud-katholieken - maar ook mensen die niet kerkelijk gebonden zijn - vreugde, voldoening en elkaar vonden en vinden in het verzorgen van gregoriaanse getijdendiensten (meestal vespers) in diverse kerken in Dordrecht en omgeving.

De oorsprong van het getijdengebed ligt in het dagelijkse gebed, zoals de joden dat al kenden. Het getijdengebed is een antwoord op de vraag van Jezus Christus aan zijn leerlingen om zonder ophouden te bidden (1 Tessalonicenzen 5, 17). Het is de lofprijzing van God; deze lofprijzing is de eerste taak van de christen tegenover God. Bij de doop krijgt de gelovige reeds als gave een opdracht mee, dat zijn mond wordt geopend om God lof te zingen.
Het getijdengebed is het gebed bij uitstek van de kerkgemeenschap in haar geheel en gaat terug tot de tijd van vóór de Reformatie en is dus aanvaardbaar voor iedereen, ongeacht zijn of haar kerkelijke richting.
De Schola heeft tot doelstelling het erfgoed van het gregoriaans te bewaren en uit te dragen. De eenheid van woord en muziek, het kenmerk van gregoriaans, zien wij als basis van alle belangrijke, hedendaagse liturgische vormen. Het Latijn, de taal van het gregoriaans, kent een kracht van uitdrukking die in moderne talen moeilijk te vinden is.


tekening: Martin Heijmans

Over het koorgebed

Van oorsprong werden in de kloosters gedurende de nacht en de dag de koorgebeden gesproken c.q. gezongen, te weten: de metten (in de nacht: de zeer vroege morgen), de lauden (aan het begin van de dag), de priem (deze wordt in de meeste kloosters achterwege gelaten), terts, sext en noon (verspreid over de dag), de vespers (eind van de middag, begin van de avond) en de completen. De Schola zingt meest vespers en completen; zo nu en dan, zoals in november 2018, zingen wij 's middags de Sext en de Noon.
Het dagelijks gebed voor het ter ruste gaan kent de kerk in de completen, die met haar gebeden om vergeving en bijstand de dag afsluiten. Ouder dan de completen is het officie (dagelijks breviergebed) van de vespers, het gebed van de avond. Ooit werd dit "lucernarium" genoemd: het uur waarop de lichten werden aangestoken, zoals men in de Dom van Milaan nog altijd kan meemaken. Het christenvolk komt in dit uur nog eenmaal bijeen om de dag met gebed af te sluiten.

De vespers zijn het meest eigenlijke, plechtige avondgebed van de Kerk, een geestelijk avondoffer, volgens het in dit officie dikwijls herhaalde psalmvers: "Mijn gebed stijge op als wierook voor Uw aangezicht; het heffen mijner handen zij als een avondoffer". Dit is de reden, waarom bij het officie van de vespers, in tegenstelling tot de meeste andere getijdengebeden, wierook ("wij-rook" = rook om te wijden) wordt gebrand: het is het symbool van gebed en lofprijzing.

“Het Gregoriaans is een gezongen gebed. Het heeft in zijn éénstemmigheid een uiterst subtiele uitdrukkingswijze van eeuwenlange religieuze bewogenheid. Elke schola cantorum moet een zekere waardigheid en een stijlvolle discipline uitstralen vanwege haar verheven opdracht, hetgeen tot uitdrukking moet komen in een verzorgde liturgische kledij, in een correcte houding en in een goede opstelling. De koorzanger(es) vervult een liturgisch ambt. Zijn/haar zingen is bidden. “Bis orat, qui bene cantat” (wie goed zingt, bidt dubbel), aldus Augustinus. (…) Een koor moet zingen als uit één mond.” (C.H. Schonk in “Elementaire kennis betreffende het Gregoriaans”.) “Om het geestelijke – en a fortiori het muzikale – effect van het Gregoriaans te verwezenlijken is een zekere perfectie in het aanvoelen en in de uitvoering ervan onontbeerlijk. Men behoort te streven naar een techniek die in overeenstemming is met de waardigheid die het Gregoriaans (…) eigen is. Deze zang beoogt immers niet minder dan de lofzang van God.”, aldus pater Nico Wesselingh (overleden in 2021) en J. Hessing, beide Benedictijn, in “Basiscursus Gregoriaans,” oorspr. door Dom E. Cardine.
De woorden van bovengenoemde deskundigen probeert de Interkerkelijke Schola Cantorum Dordrecht e.o. bij elke viering waar te maken.

De repetities

Sinds juni 2012 zingt De Schola "a capella", dus zonder enige muzikale begeleiding. Dat betekent dat het nóg belangrijker is om zuiver te zingen dan met orgelbegeleiding.
De Schola repeteert wekelijks, op een vaste dag. (In de zomervakantie wordt een aantal weken niet gerepeteerd.) Om de kerk stookkosten te besparen worden de repetities op een vast privé-adres gehouden. Op de repetitie wordt veel aandacht besteed aan de zang en aan - de uitspraak van - het Latijn (dit is het kerklatijn); er wordt echter ook stilgestaan bij de inhoud van de teksten, bij de dag of het feest, waartoe de vieringen behoren, e.d.